Mijn moeder was idolaat van chirurgen.
Het leek haar een goed idee als ik chirurg zou worden.
En als mijn zussen een chirurg aan de haak zouden slaan.
Mijn vader was slager. Chirurg is een treetje hoger.
Ik ging mee in haar droom tot de puberteit aanbrak.
Dan wil je alles behalve wat je moeder wil.
Einde van het liedje, mijn zussen zijn niet met chirurgen getrouwd.
En ik ben er geen geworden.
Hoewel.

Via een omweg is er toch een soort van dokter uit me gegroeid.
Ik doe niets liever dan de hele dag diagnoses stellen.
Het grote verschil met een arts is: ik heb geen patiënten in de wachtkamer.
Bij mij zit de rest van de wereld, al het andere dat op een diagnose wacht.

Het wordt een avond waarin vele enerverende gevallen uit mijn dagelijkse praktijk behandeld zullen worden.

Als ik zou moeten zeggen wat de kern van de voorstelling is:
Als je ervoor open staat is het leven een constante stroom van ontdekkingen.